Библиотечный поискparatext
Аннотация: JAN PARMENTIER °InleidingIn de marge van de Oost-Indiëtrafiek, die zich na de Vrede van Utrecht (1713) in de Zuidelijke Nederlanden ontwikkelde, zijn er ook drie uitredingen naar de Westkust van Afrika opgezet vanuit Oostende.De interesse voor dit gebied, dat door de Europeanen voornamelijk bezocht werd voor slaven, goud en ivoor, was niet nieuw.Reeds in 1687 rustten enkele Brugse handelaars de 'Pellicaen' uit naar Gui nea en Sao Tomé.Doch dit schip en zijn lading werden aangeslagen door de Brandenburgse Afrika Compagnie en opgebracht naar het fort Gross Friedrichsburg te Axim Tien jaar later vaardigde men zelfs een octrooi uit dat de oprichting van een handelscompagnie voor Oost-Indië en Guinea mogelijk maakte, maar onder Hollandse druk bleef dit octrooi dode letter2.Een gelijkaardig, niet gereali seerd plan dateerde uit 1715 ; de Brugse Kamer van Koophandel poogde Marquis de Prié, de Oostenrijkse ad-interim gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden, te overtuigen hoe lucratief de Guineatrafiek zou zij, georganiseerd door een nationale compagnie met een stevige financiële b a sis3.Pas in 1718 vond de idee van recht streekse Guineavaart ingang bij de overheid.° Lie.geschiedenis, Visitatiestraat 83, 9040 Gent.De Zeeuwse belangstelling voor deze Oostendse ondernemingen is te verklaren door de talrijke handelshuizen die sinds 1680 een ille gale trafiek organiseerden vanuit Middelburg naar Guinea, en zo het monopolie van de Westindische Compagnie (WIC) ondermijn den.Bovendien deden de Zuidnederlandse handelaars een beroep op de Zeeuwse commerciële en maritieme ervaring om hun eerste uitredingen naar West-Afrika te realizeren.De voornaamste geldschieters die Woelaerts aantrok om de 'Mar quis de Prié II' uit te rusten woonden in Antwerpen, Oostende en Middelburg.De stuwende kracht achter deze expeditie was Paulo Jacomo Cloots.Hij zorgde voor 1/4 van het kapitaal.Hij wist twee gefortuneerde vrienden, Jacomo de Pret en Franciscus Fraula, te overtuigen om respektievelijk 3000 fl.en 2000 fl.te investeren.Voor eigen rekening nam Cloots een aandeel van 7000 fl.16.De Oostendse en Zeeuwse financiers werden door Pieter François Woe laerts gecontacteerd.Zijn vader Pieter Woelaerts participeerde voor 4000 fl. 17.De andere Oostendse aandeelhouders, waarvan we de financiële inbreng niet kennen, waren Thomas Ray, Andreas Van der Heyden en Joannes van Ghindertaelen '8.Deze personen kenden sukses als reders in de Oostendse kaapvaart.Zij bouwden nadien een maritiem-commerciële loopbaan uit.,Thom as Ray bracht het zelfs tot directeur van de Oostendse Compagnie en was de Oostend se burgemeester tussen 1728 en 1738 19
Год издания: 1990
Издательство: Genootschap voor Geschiedenis te Brugge
Источник: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis
Открытый доступ: bronze
Том: 127
Выпуск: 3-4